Portfolio van Patrick Lablans
CV Leerlijn Motivatie Competenties Planning Reflectieverslag Producten
Roos van Leary
In zowel b1a als in V3e heb ik een enquête afgenomen. Vooraf had ik het gevoel dat het b1a goed ging en dat er in v3e nog een aantal verbeterpunten was. Voordat ik de enquêtes ben gaan verwerken, heb ik er zelf ook één ingevuld voor de betreffende klas.
Hieronder zijn vier ingevulde Rozen te vinden. De linker Roos is de door mij ingevulde Roos van Leary; hoe denk ik dat de leerlingen over mij denken? De rechter Roos is de door de leerlingen ingevulde Roos van Leary. Ik ben tot deze resultaten gekomen door de waarden van de antwoorden bij elkaar op te tellen en de som te delen door het aantal leerlingen. Dat geeft dus een beeld van de gemiddelde leerling, maar over een individuele leerling zegt het niets. Verder denk ik dat er een scheef beeld is ontstaan, doordat niet alle leerlingen even goed lezen. Bij een vraag als "hij treedt slap op", heeft een aantal leerlingen ingevuld "heel erg", terwijl ik uit de andere antwoorden kan afleiden dat ze dat nooit bedoeld kunnen hebben. Toch heb ik dat laten staan, misschien bedoelde de betreffende leerlingen het wel zo.
Wat kan ik hieruit afleiden? In ieder
geval heb ik mezelf goed ingeschat, omdat beide Rozen redelijk overeen
komen.
In de stencils waar deze enquête uit kwam, stond ook een ingevulde Roos van de
gemiddelde beste docent. Ik vond het erg leuk om te zien dat de door de
brugklasleerlingen ingevulde Roos daarbij aardig in de buurt komt.
Een paar belangrijke conclusies die ik hier uit kan halen:
Ik schatte mezelf strenger en corrigerender in dan de leerlingen. Dat betekent dat ik me nog strenger zou kunnen opstellen, zonder dat ik daarmee de "boeman" wordt. Mocht het nodig zijn, kan ik dus altijd "boven - tegen" gaan zitten. Die vaardigheid heb ik dus wel.
Ik voel me niet onzeker en ik kom niet onzeker over. Dat is natuurlijk een enorm pluspunt, want als ik alleen maar met mijn eigen onzekerheid bezig zou zijn, zou er van lesgeven niets meer komen.
De leerlingen denken dat ik ze meer ruimte geef dan ik eigenlijk doe. Gezien de differentiatie die ik zou moeten toepassen in mijn les, ben ik nog steeds van mening dat ik de meer ruimte zou moeten geven. Uiteindelijk willen we immers naar maatwerk toe?
Zelf dacht ik iets helpender en begrijpender te zijn. Het verschil met de leerlingen is gelukkig miniem. Dat is ook de manier waarop ik wil overkomen naar de leerlingen toe. Ik ben er voor hen en ze kunnen me altijd om hulp vragen. Gelukkig is dat voor de leerlingen duidelijk.
Hier klopt mijn eigen inschatting niet
helemaal meer. Het lijkt me daarom handig om één en ander te motiveren.
Het meest opvallende vind ik de sector "tegen - onder". Ik ben
ontevreden over de klas. Er wordt niet altijd meegewerkt en de cijfers zijn ook
niet geweldig. Toch blijkt de klas dat niet te merken, omdat ze dat in de enquête
nauwelijks hebben aangegeven.
Verder heb ik af en toe het idee dat de klas over me heen probeert te lopen. Vandaar dat ik in de sector "boven - samen" een lage score aan mezelf heb gegeven. De leerlingen zien dat echter heel anders. Daar ben ik wel blij om, omdat het betekent dat ik toch nog enig gezag en overwicht heb.
Waar ik niet blij mee ben is dat ik volgens de leerlingen onzeker overkom. Hoewel het nog wel mee valt in de Roos van Leary, vind ik toch dat ik daar verandering in aan moet brengen. Zo voel ik het zelf namelijk helemaal niet en ik wil ook niet dat de leerlingen denken dat ik onzeker ben. Dat betekent in ieder geval dat ik consequenter moet zijn, omdat ik denk dat daar de schoen wringt.
Ook in V3 geldt dat ik nog veel corrigerender en strenger kan optreden. Gelukkig beschik ik wel over die vaardigheid en kan ik hem inzetten zodra dat nodig is. Hoewel het niet in mijn karakter zit onmiddellijk streng te worden als er niet geluisterd wordt, weet ik nu dat ik aanzienlijk wat speling heb bij de leerlingen.