Sign In Sign-Up

Welcome!

Close

Would you like to make this site your homepage? It's fast and easy...

Yes, Please make this my home page!

No Thanks

  Don't show this to me again.

Close

Portfolio van Patrick Lablans

CV    Leerlijn    Motivatie    Competenties    Planning    Reflectieverslag    Producten

Lesverslag 1, Patrick Lablans
maandag 25 september 2000
klas v3e, 6^e uur (het tweede gedeelte van de les) 

Letterlijke observatie

• P. merkt pas laat op dat ik achter in de klas ben ga zitten.

• P. zit achter zijn bureau iets op te schrijven en de klas is rustig bezig met het maken van de d-toets.

• Op bord staan drie namen van leerlingen die de samenvatting over moeten schrijven.

• “De d-toets inleveren als het af is, daarna verder met de extra stof”

• P. loopt rond, vragen van leerlingen volgen.

• Er zijn nu een aantal leerlingen die wat rumoeriger worden, vooral links achter in de klas (Klaas en buurman).

• P. doet er op dit moment niets aan.

• Wanneer P. een leerling helpt is zijn aandacht bij de rest van wat er in de klas gebeurt minimaal.

• Een meisje zit al enige tijd met haar vinger omhoog.

• Klaas moet de samenvatting nog een keer overschrijven.

• Het helpt niet, het lawaai van de heren links achterin neemt toe, ze doen vervelend/kinderachtig.

• Leerling (Hylco) gooit propje richting prullenbak. Mis...

• P. ziet het en loopt naar hem toe en zegt dat hij het alsnog in de prullenbak moet gooien.

• P. gaat verder met het helpen van een andere leerling.

• Hylco gooit na 4 keer het propje uiteindelijk achterwaarts in de prullenbak.

• “Ik vind het veel te rumoerig!”

•  “Pak allemaal je agenda!”

• 15 minuten voor tijd: huiswerk wordt op het bord geschreven.

• Een aantal leerlingen gaat inpakken.

• “Mensen, de les is over 10 minuten pas afgelopen!” “Neem je boeken voor je!”

• P. loopt in de klas rond om leerlingen (individueel) de tas weer uit te laten pakken. Dreigt met straf.

• P. haalt nog enkele d-toetsen op.

• Leerling (Anna) zegt dat ze de samenvatting niet gaat overschrijven.

• “Ik heb het laatste gedeelte van les toch goed gewerkt?”

• P gaat er nu niet verder op in: “Kom aan het eind van de les maar langs!”

• Er ontstaat meer rumoer.

• De meeste leerlingen hebben nu de spullen voor zich, maar doen niets meer.

• Twee leerlingen moeten hun petje nog af doen.

• “Volgende keer gaan we tot het einde van de les werken!”

• Einde les.

Wat mij opviel

•  Je had niet alle tafels in rijtjes staan, hoewel dit wel in je lesplan stond.

•  Je had één straf (samenvatting overschrijven) en vooral die straf gebruikte je als dreigement.

• Er waren eigenlijk maar 4 ordeverstoorders in de klas, de rest was (redelijk) serieus bezig.

• Het werd rumoeriger naarmate de les naar zijn einde toe liep.
   

Vragen die ik aan je heb

• Wat doe je/ga je doen wanneer de straf (samenvatting overschrijven) niet meer helpt?

• Waardoor komt het dat zo’n straf niet meer helpt?

• Hoe kun je dit (mogelijk) voorkomen?

• Waardoor/wanneer ontstond de rumoerigheid in de klas? Hoe kun je dat voorkomen?

• Hoe controleer je of zwakke leerlingen tijdens de zelfwerkzaamheid de opgaven zelf maken?

Lesverslag 2, Patrick Lablans
maandag 9 oktober 2000
klas v3e, 5^e uur (het eerste gedeelte van de les)

Letterlijke observatie 

• Leerlingen komen binnen.

• “Jassen uit, petten af!”

• Leerling (Hylco) komt (als enige) na de bel binnen.

• “Ik dacht dat we in de A les hadden”

• P. laat hem een te-laat-briefje halen.

• P. leest de cijfers voor.

• “Pak allemaal even je boek voor je, bladzijde 53, opgave 35!”

• Niet iedereen doet dit meteen.

• Anna heeft haar walkman nog op.

• P. laat duidelijk blijken dat deze af moet. Anna doet dit zonder morren.

• Hylco is irritant aan het doen. Zit (tickels) te eten en te praten met meisjes in zijn groepje. Let niet op.

• P. bespreekt een aantal opgaven, doet ze op het bord voor.

• P. ziet dat Hylco aan het snoepen is. Zegt er iets van en gaat door met het bespreken van het huiswerk.

• De klas let redelijk op, maar hoeft zelf niet echt in actie te komen, P. doet alles voor.

• Hylco (wil leuk doen): “Zijn dit aantekeningen?”

• Hij blijft irritant doen, houdt ook de twee dames in zijn groepje van het werk.

• Opgave 35 komt op het bord.

• Ongeveer de helft van de klas denkt mee, de rest gaat vervelend doen.

• P: “In de pauze verder doorwerken?”

• Het wordt stil. P. vervolgt zijn uitleg.

• Een aantal groepjes gaat over andere dingen praten en heeft daardoor geen aandacht meer bij de uitleg.

• Het wordt opnieuw rumoeriger.

• P: “4 minuten door”. Het helpt weer, de klas is rustig en er wordt beter meegedaan.

• Klaas wordt apart gezet.

• De klas gaat opgaven uit het boek maken.

• Pepijn B. pakt zijn spullen en wil in het groepje bij Hylco gaan zitten.

• P. zegt resoluut dat dit niet mag en dat hij moet blijven zitten waar hij zit.

• Ik verlaat het lokaal.

Wat mij opviel

• Je uitleg is duidelijk en goed te volgen.

• Je handschrift is goed te lezen en je deelt het bord goed in.

• Je doet bijna alles zelf voor, de leerlingen worden niet echt gemotiveerd om mee te denken/te doen.

• Je straft gevarieerder dan de vorige keer en de straffen hebben ook meer effect.

• Er was nu maar één echte ordeverstoorder (Hylco) en die kostte je ook de meeste tijd en energie.

Vragen die ik aan je heb

• Hoe kun je ervoor zorgen dat het effect van een strafmaatregel langer te merken is?

• Wat had je in deze les kunnen doen om de aandacht van de leerlingen langer/beter vast te houden?

• Hoe houd je beter overzicht over wie wel en wie niet meedoet?

Lesverslag 3, Patrick Lablans
vrijdag 24 november 2000
klas b1a, 4^e uur (het tweede gedeelte van de les)

Ik kom binnen, de klas is rustig aan het werk in groepjes.
P. loopt rond en helpt.
Op het bord heeft P. zijn aantekeningen (die hij speciaal voor dit tweede gedeelte heeft bewaard) op het bord getekend. Hij gebruikt hier het hele voorkant van het bord voor, inclusief de zijvlakken.
Er zit één leerling apart terwijl de rest in groepjes zit (bewuste keuze?)

"Ladies en people, ik ga aantekeningen geven ..."
"Zet er ook even boven dat het een aantekening is!"
"Het staat niet in het boek, dus let even op!"

TIP: de formulering: "... dus ik wil dat jullie…" is dan beter.

"Weet iemand wat een lijnstuk is?"
Leerling: "Wat moeten we overnemen?"

…
Had je ook gedacht aan de volgende punten om duidelijk te maken aan de leerlingen?
- moeten ze alles overnemen?
- moet het getekend worden met potlood en geodriehoek?
- moeten ze eerst opletten of mogen ze direct meeschrijven?
…

Leerling: "een lijn met alleen een beginpunt en eindpunt!"
Jongensgroepje rechtsachter praat erdoor heen, P. reageert daar snel op, het groepje doet weer mee.
Leerling mag loodlijn op het bord tekenen maar doet dit niet goed.
Er wordt wat gegiecheld.
P. neemt over en legt stap voor stap uit hoe het wel moet.
Leerlingen weten niet precies hoe schuin de lijn in hun schrift getekend moet worden en reageren daarop.

P. accepteert dat er zacht door zijn uitleg gepraat wordt (gaat wel over de opgave op het bord).
P: "Heeft iedereen het in zijn schrift staan zo?"
Leerling: "Oh, moest dat?" (onduidelijkheid).
"... even uitleggen wat evenwijdige lijnen zijn..." Leerling: "Mag ik het zeggen?
" Jongen links achterin heeft een opmerking, P. richt zich op die ene leerling en is dan eigenlijk alleen met hem aan het praten. Hierdoor gaat de rest wat overleggen/praten.
P: "Jongens, let even op!"

Samantha gaat de andere lijn tekenen, die evenwijdig moet zijn aan de al getekende lijn.
Ze staat helaas met haar rug naar de klas en daardoor kan een gedeelte van de klas niet zien wat ze doet. Hierdoor verslapt de aandacht van een aantal uit de klas.
Bordgebruik is goed: duidelijk en netjes.

Misschien was het beter geweest gebruik te maken van de hokjes achterop het bord omdat dan duidelijker was geweest hoe schuin de voorbeeldlijn getekend moet worden. Een bijkomend voordeel is dan dat een evenwijdige lijn gecontroleerd kan worden door de richting met behulp van hokjes te tellen.

P: "Jullie hebben nu de keus: opgave 10 klassikaal of verder werken met de werkwijzen!" Klas kiest om zelf verder te werken. Het blijkt ook dat het grootste gedeelte van de klas deze opgave al heeft gemaakt in de eerste 40 minuten van de les, vandaar deze keuze.

Mij valt op dat P. heel ontspannen voor de klas staat, er straalt duidelijk enthousiasme van hem af.

Klas gaat weer rustig aan het werk. P. loopt rond en helpt.

Mij valt op dat de aandacht voor wat er verder in de klas gebeurt minimaal is, vooral ook omdat P. met z'n rug naar de klas gekeerd is.

De sfeer blijft ontspannen.
P. veegt het bord uit.

12.05: P: "Pak allemaal je agenda voor je! Volgende week woensdag: schriftencontrole!"
Waarom wacht je niet tot 12:12? Bewuste keuze? Ben benieuwd hoe het nu verder gaat...
Het wordt drukker in de klas!
P: "Waarschuwen is namen noemen!" Het helpt... de klas wordt rustiger.
12.07 Leerling: "Mogen we al opruimen?"
P. schudt zijn hoofd. Leerling: "Oh, dat dacht ik..."

Achter de rug van P. gooit een leerling een potlood naar iemand anders, maar de potlood volt op de grond. De leerling loopt er achter aan en pakt het potlood van de grond en geeft het nu netjes aan de ander. Dit ontgaat P. omdat hij een groepje voorin aan het helpen is.

TIP: Laat de leerlingen, wanneer er niet veel vragen zijn, naar je toekomen, dan houd je meer overzicht over de klas.
TIP: Probeer van tevoren te bedenken wat je van de leerlingen verwacht zodat meer duidelijkheid ontstaat.
TIP: Let op je positie bij je uitleg aan groepjes, stel je zo op dat je overzicht behoud over de rest van de klas.
TIP: Stel het opgeven van huiswerk e.d. uit tot 5 minuten voor tijd, het opgeven van huiswerk is voor leerlingen vaak een vorm van afsluiting.

Deze les verliep goed, maar ik kan me voorstellen dat er klassen zijn (bv. v3e) die meer misbruik gemaakt zouden hebben van de vrijheid die ze krijgen en van sommige onduidelijkheden over wat van ze verwacht wordt tijdens de uitleg. Ik merk wel dat je je heel ontspannen voelt in deze klas, en dat draagt duidelijk bij aan een prettige sfeer tussen leerlingen onderling en tussen de leerlingen jezelf. Je had voor jezelf goed voorbereid wat je wilde vertellen, maar hoe je het wil vertellen en wat je van de leerlingen verwacht zou nog iets meer van tevoren uitgewerkt kunnen worden.